Door Leo Prinsen Tijdens het studiejaar 2012 – 2013 heeft pabostudent Elise klein Baltink (Iselinge Hogeschool) vanuit het vakgebied ‘Beeldende Vorming’ een praktijkonderzoek uitgevoerd rond ‘flipping the classroom’. Die instructie-strategie is ingezet bij een streetart-project dat zich toespitst op wildbreien. Elise heeft voor dit project een site ingezet met daarop instructiefilmpjes. De leerlingen hebben daar thuis gebruikt van gemaakt. In de tekst Wild breien met groep 8 (die ook hieronder te lezen is) worden door haar enkele aspecten van het project en van het praktijkonderzoek aangestipt. Dankzij youtube zijn haar instructie-filmpjes nog te bekijken: Instructie 1, instructie 2, instructie 3, instructie 4. Bovendien is er ook nog een heel aardig en eerlijk eindfilmpje. Door Elise klein Baltink Derdejaars pabostudenten van Iselinge Hogeschool (studiejaar 2012 – 2013) kiezen een vak uit waar ze zich graag in willen verdiepen. Het gehele derde jaar besteden ze vervolgens tijd aan dit vak en voeren hiervoor een project uit in hun stagegroep. Het project geven ze vorm aan de hand van een zelfgekozen thema.
Voor mij was ‘beeldende vorming’ het vak waarin ik mij wilde verdiepen. Dit vak heeft mij altijd al gelegen en ik ben altijd creatief bezig. Nu wilde ik nagaan hoe je dit vak kan gebruiken om een project uit te voeren met kinderen. Ik heb gekozen voor het thema ‘wild breien’. Ik wilde dit graag uitvoeren met de kinderen, omdat ik erg benieuwd was naar wat de kinderen van dit thema vinden en hoe ze hiermee omgaan; vooral de jongens. Maar ook omdat de meeste kinderen zullen denken dat breien niet meer echt iets is van deze tijd. Het project is ingebed in praktijkonderzoek. Ik besloot om te gaan onderzoeken hoe het werken met ‘flipping the classroom’ (instructiefilmpjes) in de praktijk gaat. Ik wilde de tijd die ik had voor het project ook daadwerkelijk aan het breien besteden en heb er daarom voor gekozen om voor de uitleg instructiefilmpjes te maken. Ik hoopte dat er daardoor tijdens de lestijd geen instructie meer nodig zou zijn, zodat de kinderen volop gebruik kunnen maken van de lestijd om aan de slag te gaan met het breiwerk. Ik heb voor het breien 4 instructiefilmpjes gemaakt: benodigdheden, het opzetten van steken, het breien en als laatste het afkanten van het breiwerk. De inleiding van het project is door mij klassikaal gegeven. Hierin heb ik verteld waar het project over gaat en hebben we filosofisch vragen gesteld over verschillende streetart kunstwerken, waaronder wildbreien. Vervolgens hebben de leerlingen uitleg gekregen over de instructiefilmpjes. Ze moeten erg wennen aan het idee dat ze straks thuis op de computer filmpjes moeten bekijken en van mij niets meer te horen krijgen tijdens het project, maar de meeste kinderen kijken er erg naar uit. Ik laat zien wat QR-codes zijn en dat daar de instructiefilmpjes achter gezet zullen worden. Aan het eind van deze les hebben ze de link van de website meegekregen waar alle QR-codes op verschijnen. Boven de QR-codes staat waar het instructiefilmpje over gaat, zodat de leerlingen voor zichzelf kunnen beslissen of ze dat al voldoende onder de knie hebben of nog niet. Mijn hoofdvraag voor dit praktijkonderzoek is: Op welke manier dragen de instructiefilmpjes van de leerkracht bij aan een efficiënte lestijd? Ik heb dit toegepast in de praktijk door, zoals hierboven vermeld, instructiefilmpjes te maken voor de leerlingen. Ik heb dus onderzoek gedaan van de praktijk: hoe pakken de instructiefilmpjes uit? Zijn ze te begrijpen voor de leerlingen? Is het voor elke leerling duidelijk hoe en waar je de filmpjes kan bekijken? Kunnen de leerlingen zelfstandig aan het werk dankzij deze filmpjes? Na afloop van het project heb ik een vragenlijst gegeven aan de leerlingen. Hierin komen vragen voor als: vond jij de instructiefilmpjes behulpzaam? Zou jij vaker gebruik willen maken van instructiefilmpjes? Wanneer kan een leerkracht instructiefilmpjes inzetten? Deze vragenlijst is bijgevoegd. Wat kunnen voordelen zijn van het werken met instructiefilmpjes achter QR-codes? De kinderen kijken in hun eigen tijd naar de filmpjes, waardoor er in de les niet of nauwelijks aandacht aan besteed hoeft te worden. Dat creëert een efficiëntere lestijd. Het onderwerp wordt bovendien aantrekkelijker voor de kinderen omdat het gebruik van QR-codes, filmpjes en internet goed bij hun leef- en belevingswereld aansluit. En kinderen kunnen erdoor op hun eigen niveau werken, doordat ze zelf beslissen welk filmpje ze nog moeten bekijken om de stof te begrijpen en ze de filmpjes zo vaak kunnen kijken als mogelijk is. Mijn wildbrei-project is zeker geslaagd en ik heb tijdens de lessen niets meer hoeven uit te leggen. Komen de kinderen er toch niet uit? Of lopen ze even vast? Er is dan een klaslokaal vol met andere kinderen die het net zo goed weten als de juf en hierdoor kunnen ze elkaar weer op weg helpen. Wat is dan de rol van de leerkracht nog tijdens de les? De leerkracht valt natuurlijk niet weg maar heeft op deze momenten een meer begeleidende rol gekregen. Zo kan de leerkracht natuurlijk ook hulp aanbieden waar dat nodig is. Ik heb tijdens dit project de tijd genomen om veel foto’s te maken van de kinderen en de breiwerken. De inleiding en afsluiting van de lessen blijven natuurlijk klassikaal. Tijdens deze ‘vrije tijd’ voor de leerkracht is er ook de mogelijkheid om de leerlingen te observeren. Ik heb hier de tijd voor genomen. Terwijl de leerlingen aan het werk zijn heb ik gekeken naar hoe zij werken: Werken ze de gehele tijd? Wat zijn ze aan het doen? Helpen ze elkaar? Kunnen ze verder? Etc. Dit levert voor de leerkracht inzichten op die hij/zij anders misschien niet krijgt. Zo kan je er bijvoorbeeld achter komen welke leerlingen heel taakgericht zijn en welke af en toe even iets anders moeten doen of even wegdromen. Je leert inzien wanneer iets te lang duurt voor de gemiddelde leerling en hoe je hierop in kan spelen.
0 Comments
Leave a Reply. |